Nederlandse consumenten komen langzaam uit hun collectieve winterslaap. In het december vorig jaar namen de bestedingen van huishoudens met 0,7 procent toe, bleek woensdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In november waren de uitgaven ook al gestegen.

Ook het vertrouwen warmt weer wat op. In februari steeg het consumentenvertrouwen voor de vijfde maand op rij, en staat nu op min acht. Die min betekent dat er nog net wat meer pessimisten dan optimisten zijn, maar zo zit de Nederlandse consument nu eenmaal in elkaar.

Het gemiddelde vertrouwenscijfer, sinds het CBS in 1986 met de maandelijkse enquête begon, staat op min zeven. Het vertrouwen zit nu dus weer vrijwel op gemiddeld niveau.

De inflatie is laag. De koopkracht zal dit jaar naar verwachting weer wat stijgen. En de warme winter levert veel Nederlanders een voordeeltje op, omdat de gasrekening zal meevallen.

Doodstil in de winkelstraat

Maar desondanks blijft het in de winkelstraat doodstil. Winkeliers die klagen over het gebrek aan klandizie vinden hun gelijk bij het CBS: de detailhandelsverkopen lagen in het vierde kwartaal van 2013 weer 1,7 procent lager dan een jaar eerder. Zo gaat dat al jaren.

De zogenoemde ‘non-food winkels’ (drogisterijen, meubelzaken, kledingwinkels, elektronicaketens en dergelijke) zagen hun verkopen zelfs met 3 procent afnemen.

Alleen in bij de internetwinkels was het eind 2013 drukker dan ooit. Het CBS houdt de verkopen van webwinkels apart bij onder het kopje ‘postorderbedrijven en internetwinkels’. De omzet van deze winkels lag in december 2013 maar liefst 19,6 procent hoger dan een jaar eerder. Dat was de grootste toename in meer dan drie jaar.

Deze hoge omzet bij webwinkels was overigens niet genoeg om de daling bij fysieke winkels te compenseren, want de detailhandelsverkopen (inclusief webwinkels) daalde eind 2013.

Buiten het blikveld

Althans, dat is het verhaal dat de CBS-statistieken vertellen. Misschien geven we online wel meer uit dan in de officiële cijfers is te zien. In de praktijk valt een deel van de online uitgaven van Nederlandse consumenten buiten het blikveld van het CBS. Dat komt door de definitie en meetmethode van het statistisch bureau.

Desgevraagd legt het CBS uit dat alleen de verkopen van Nederlandse webwinkels wordt gemeten. Men gaat bij het vaststellen van de detailhandelsverkopen uit van het register van de Kamer van Koophandel (KvK) en gegevens van de Belastingdienst.

Het CBS stelt: “Verkopen aan Nederlandse consumenten door bedrijven die niet in de bronnen van de Kamer van Koophandel en Belastingdienst voorkomen worden niet in de maandstatistiek detailhandel waargenomen.”

Oranje jurkje van Raulph Lauren

Welke webwinkels staan niet ingeschreven bij de KvK? Buitenlandse webwinkels, uiteraard.

Zalando bijvoorbeeld, de webwinkel voor schoenen en kleding, is gevestigd in Duitsland. Het bedrijf heeft ooit een Nederlandse KvK-inschrijving gehad, maar is volgens het register inmiddels uitgeschreven.

Als een Nederlandse e-shopper bij Zalando een oranje jurkje van Ralph Lauren koopt in plaats van bij de lokale modewinkel of bij Wehkamp.nl, zien we daarvan niets terug in de winkelverkopen.

Ook aankopen via Amazon tellen niet mee. Koop een boek bij Amazon in plaats van bij Polare of het Nederlandse Bol.com, en de winkelverkopen, zoals gemeten door het CBS, nemen af. Bonbons bestelt bij Amerikaanse zchocolat.com tellen niet mee bij de detailhandelsverkopen. Net zo min als dat extra adaptertje voor je ultrabook gekocht bij DealExtreme uit Hong Kong.

Bestedingslust Nederlanders

Dergelijke aankopen beschouwt het CBS als import. Op zich terecht natuurlijk, want buitenlandse webshops zijn nu eenmaal geen Nederlandse winkels. Maar het kan de consument weinig schelen of een webwinkel wel of geen Nederlands KvK-nummer heeft.

Inmiddels geven we naar schatting ruim 10 miljard euro uit aan online aankopen. Naarmate deze online bestedingen toenemen, worden de detailhandelscijfers een slechtere indicator van de bestedingslust van Nederlanders. Het geeft een goed beeld van de stemming onder Nederlandse winkeliers, maar een steeds slechter beeld van het pessimisme onder Nederlandse consumenten.